3.6.3. Pesten

Als vereniging heeft de IJsselgroep ook te maken met omgangsvormen tussen leden, menselijk gedrag in al zijn voorkomen en met alle facetten van de opvoeding en het opgroeien van haar jeugdleden in het algemeen.
Ook pesten kan voorkomen binnen de vereniging. Het gebeurt gelukkig niet vaak maar vanwege de grote impact van pesten voor betrokkenen willen we als scoutinggroep een duidelijke lijn uitzetten om op gelijke manier om te gaan met pesterijen.
Het doel van dit protocol is uiteenzetten wat wij onder pesten verstaan en hoe wij omgaan met pesterijen.

De Dikke van Dale geeft als uitleg voor ‘pesten’: treiteren. Het woord ‘treiteren’ wordt vervolgens uitgelegd als “pesten, plagen”. Uit deze definities valt af te leiden dat het verschil tussen pesten en plagen soms moeilijk is vast te stellen, terwijl op basis van diverse, hier niet nader genoemde bronnen, toch een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen plagen en pesten. Wat is nou het verschil tussen plagen en pesten? Over het algemeen zien we plagen als redelijk onschuldig. Plagerijtjes zijn op zichzelf staande voorvallen, zonder een duurzaam karakter. Het zijn korte, draaglijke pijntjes, die bij het spel horen en waarbij kinderen onderdeel vande groep blijven. Bij pesten zijn de gevolgen ernstiger. De gepeste is herhaaldelijk slachtoffer en het pesten heeft invloed op de hele groep. Er heerst een gespannen sfeer. Nog even op een rij:

Plagen
  • Is onschuldig, gebeurt onbezonnen en spontaan en gaat soms gepaard met humor.
  • Is van korte duur of gebeurt tijdelijk.
  • Speelt zich af tussen ‘gelijken’.
  • Is meestal te verdragen of zelfs leuk, maar kan ook kwetsend en agressief zijn.
  • Is meestal één tegen één.
  • Degenen die elkaar plagen, wisselen.

Pesten
  • Gebeurt berekenend: kinderen weten van tevoren heel goed wie, hoe en wanneer ze gaan pesten. Ze willen de ander bewust kwetsen of kleineren.
  • Is duurzaam: het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig.
  • Is een ongelijke strijd: de onmachtsgevoelens van de gepeste staan tegenover de machtsgevoelens van de pester.
  • Gebeurt met negatieve bedoelingen: de pester wil pijn doen, vernielen of kwetsen.
  • Gebeurt meestal in ongelijke verhouding: een groep tegen één persoon.
  • Heeft vaak een vaste structuur: de pester en gepeste zijn vaak dezelfde.

Voorbeelden van pesten
  • Schelden of schreeuwen
  • Bedreigen
  • Ongevraagd en/of zonder toestemming aan elkaar zitten / vechten
  • Ongewenste bijnamen gebruiken
  • Buitensluiten / isoleren
  • Ongevraagd en/of zonder toestemming aan iemands spullen zitten
  • Iemand uitlachen
  • Reageren op iemands uiterlijk / discrimineren
  • Agressief of intimiderend gedrag


Hoe gaat de groep om met pesten

Meldingen van pesterijen kunnen komen van leidinggevenden, ouders van jeugdleden of de jeugdleden zelf. Zodra een melding wordt ontvangen door (meestal) de speltakleiding, wordt de melding gecommuniceerd naar alle betrokkenen:
  • alle leidinggevenden van de betreffende speltak
  • de voorzitter van de groep
  • het slachtoffer
  • de pester
  • de ouders van de pester
  • de ouders van het slachtoffer
De speltakleiding spreekt met alle betrokken partijen en verzamelt zo informatie met betrekking tot demelding. In overleg met alle betrokkenen worden maatregelen afgesproken om herhaling te voorkomen.
De resultaten van de genomen maatregelen worden door de speltakleiding en betrokkenen geëvalueerd binnen een vooraf kenbaar gemaakte termijn. De speltakleiding maakt hier tevens melding van binnen het bestuur.
Bij herhaling zal de speltakleiding maatregelen nemen die in sterkte toenemen. Herhaling moet daarbij niet alleen worden gezien als het doorgaan van het pesten van het oorspronkelijke slachtoffer, maar ook het (beginnen met) pesten van anderen.

Maatregelen tegen pesten

    .1 Gesprek met betreffend lid/leden op gedrag
Het lid (of de leden) wordt aangegeven dat het gedrag ongewenst is en dringend verzocht dit gedrag niet meer te tonen. Dit is een eerste waarschuwing waarbij de pester het voordeel van de twijfel krijgt. Binnen de betreffende groep wordt de No-Blame methode opgestart ( https://www.scouting.nl/assets/uploads/doorzoekbareBestanden/Sociale%20veiligheid/20130206-Pesten.pdf ). Leidinggevenden wordt gevraagd extra toezicht te houden.
    .2Aanspreken betreffend lid/leden op gedrag
Het lid (of de leden) ontvangt schriftelijk een berisping. Deze berisping kent in principe geen einddatum. Bij deze maatregel worden ouders van jeugdleden geïnformeerd over de achtergrond van de berisping.
    .3SchorsingHet lid (of de leden) wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de schorsing. De periode van schorsing wordt door het bestuur bepaald, waarbij de ernst van de pesterijen wordt meegewogen. De schorsing bedraagt minimaal twee maanden. Een geschorst lid heeft gedurende de periode van schorsing geen toegang tot de accommodatie en mag niet deelnemen aan activiteiten van de vereniging, ook als deze buiten de accommodatie worden gehouden.
    .4Royement
Het lid (of de leden) wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van het feit dat hij/zij is geroyeerd als lid van Scouting IJsselgroep.

Als Scouting IJsselgroep hebben we als doel om plezier in het scoutingspel te beleven. Wij hopen daarom dat iedereen zich zal inzetten dit protocol zo min mogelijk nodig te laten zijn. Pesten gaat hoe dan ook ten koste van het plezier binnen onze vereniging.